Hieronder een weergave van de statuten van de Stichting Vechtloop Weesp, zoals deze op 27 december 2011 zijn vastgesteld.

Artikel 1 – Naam en vestigingsplaats
1.1. De stichting draagt de naam: Stichting Vechtloop Weesp.
1.2. De stichting is gevestigd in de gemeente Weesp.

Artikel 2 – Doel
De stichting heeft ten doel het organiseren van sportieve evenementen in het algemeen en het (jaarlijks) organiseren van een prestatieloop te Weesp in het bijzonder en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt op daartoe bevorderlijk kan zijn.

Artikel 3 – Vermogen
3.1. Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt
gevormd door:
a. giften en donaties;
b. subsidies en sponsorbijdragen;
c. inschrijfgelden van sportevenementen;
d. hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten;
e. hetgeen op andere wijze verkregen wordt.
3.2. De stichting mag geen uitkeringen doen aan een oprichter of aan een bestuurder.
3.3. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken kunnen door de
stichting vergoed worden.

Artikel 4 – Bestuur: samenstelling, benoeming, ontslag
4.1. Het bestuur bestaat uit drie of meer natuurlijke personen.
Het bestuur stelt het aantal bestuurders vast.
Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
4.2. De bestuurders worden benoemd door het bestuur.
In vacatures wordt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen zes maanden na het ontstaan ervan, voorzien.
4.3. Het bestuur kan uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een
penningmeester aanwijzen. Eén bestuurder kan meer van deze functies vervullen.
4.4.a. Bestuurders worden benoemd voor een periode van drie jaar. Bestuurders
treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster.
Een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk en steeds herbenoembaar.
4.4.b. De in een tussentijdse vacature benoemde bestuurder neemt op het rooster de
plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
4.5. Een bestuurder verliest zijn functie:

  1. door zijn overlijden;
  2. door zijn faillissement, door het ten aanzien van hem van toepassing
    verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of
    doordat hij surséance van betaling aanvraagt;
  3. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele
    vermogen;
  4. door zijn vrijwillig aftreden;
  5. door zijn ontslag door de rechtbank;
  6. door zijn ontslag gegeven door de gezamenlijke overige bestuurders, ten
    minste twee in getal;
  7. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd.

4.6. Ten hoogste de helft van het aantal bestuurders mag met een andere
bestuurder een familieband hebben. Onder familieband wordt verstaan bloed- of
aanverwantschap tot en met de vierde graad en de hoedanigheid van echtgenoot,
geregistreerd partner of andere levensgezel.

Artikel 5 – Bestuur: Commissies of werkgroepen; taken en bevoegdheden
5.1. Behoudens beperkingen volgens deze statuten is het bestuur belast met het
besturen van de stichting.
Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling
van de hem opgedragen taak.
5.2. Het bestuur kan commissies of werkgroepen in het leven roepen met gelijktijdige
vaststelling van hun taak. Deze commissies of werkgroepen werken onder
verantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur is bevoegd ze op te heffen, de
leden daarvan te benoemen en te ontslaan en hun taakomschrijving te herzien.
5.3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles
betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit
deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe
behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te
bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
5.4. Het bestuur is bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging,
vervreemding en bezwaring van registergoederen mits dit berust op een met
algemene stemmen genomen besluit van het voltallig bestuur.
Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de
stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een ander
sterk maakt of zich tot zekerheid voor een schuld van een ander verbindt.

Artikel 6 – Bestuur: vertegenwoordiging
6.1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.
6.2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk
handelende bestuurders.
6.3. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende
volmacht aan één of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel gezamenlijk als
afzonderlijk, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te
vertegenwoordigen.
6.4. De in lid 4 van artikel 5 opgenomen uitsluiting en voorwaarde gelden mede voor
de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van die
handelingen.

Artikel 7 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
7.1. Het bestuur vergadert ten minste eenmaal per half jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee bestuursleden dit wenselijk acht(en).
7.2. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen.
7.3.a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk,
met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van
bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van
de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering alsmede van de
te behandelen onderwerpen (agenda).
7.3.b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de stichting bekend heeft
gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door
een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en
reproduceerbaar bericht.
7.4. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeenroept.
7.5. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan
het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter
vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
7.6. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om
zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde
volmacht geldt als een schriftelijke volmacht.
Een bestuurder kan slechts één medebestuurder ter vergadering
vertegenwoordigen.
7.7. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem.
Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de
besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de
uitgebrachte stemmen.
Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Artikel 8 – Leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buiten vergadering
8.1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet
de vergadering zelf in haar leiding.
8.2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de
vergaderingen worden gehouden.
8.3. Het door de voorzitter in de vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag
van een stemming is beslissend.
Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd
over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
8.4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen
gehouden door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen
persoon.
De notulen worden -nadat zij zijn vastgesteld- door minimaal twee bestuursleden ondertekend.
8.5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits
alle bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben verklaard.
Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische
weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het
bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft
gemaakt.

Artikel 9 – Boekjaar; verslaggeving
9.1. Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar.
9.2. Het bestuur sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af
en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes maanden na afloop
van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het
verstreken boekjaar.
De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de voorgaande zin
bedoelde termijn aan alle bestuurders.
Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen zeven
maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle
bestuurders ondertekend.
9.3. Het bestuur kan, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten
en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te
wijzen accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek.
Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt
daaromtrent een verklaring af.
9.4. Het bestuur stelt een beleidsplan vast en actualiseert dit beleidsplan
periodiek.
Het beleidsplan geeft inzicht in de door de stichting te verrichten werkzaamheden,
de wijze van werving van gelden, het beheer van het vermogen van de stichting en
de besteding daarvan.

Artikel 10 – Reglementen
10.1. Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen waarin wordt opgenomen al
hetgeen naar zijn oordeel regeling of nadere regeling behoeft. Een reglement
wordt schriftelijk vastgelegd.
Het bestuur kan elk reglement wijzigen en ook intrekken.
Bepalingen opgenomen in een reglement die strijdig zijn met de wet of met deze
statuten, zijn onverbindend.

Artikel 11 – Statutenwijziging
11.1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
11.2. Het besluit tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met een
meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen in een
vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Zijn in de vergadering waarin een besluit tot statutenwijziging aan de orde is het
vereiste aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan na die
vergadering een nieuwe vergadering worden bijeengeroepen, te houden niet eerder
dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In de nieuwe
vergadering kan het besluit tot statutenwijziging worden genomen met een
meerderheid van ten minste tweederde van de uitgebrachte stemmen, ongeacht
het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders.
11.3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal
worden gedaan, dient dit steeds te worden vermeld. Tevens dient bij de oproeping
een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde
wijziging, te worden gevoegd.
De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken.
11.4. Een statutenwijziging treedt in werking op het door het bestuur bepaalde tijdstip,
maar niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Bestuurders die bevoegd zijn tot vertegenwoordiging van de stichting zijn tevens
bevoegd deze akte te doen verlijden.
Het bestuur kan een of meer bestuurders en/of anderen, zowel gezamenlijk als
afzonderlijk, machtigen de akte van statutenwijziging te doen verlijden.
Een verleende machtiging sluit, tenzij daarin anders is vermeld, de bevoegdheid in
tot het verlenen van opdracht aan de notaris.

Artikel 12 – Fusie; splitsing; omzetting
Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7 van Boek 2
Burgerlijk Wetboek en op een besluit van het bestuur tot omzetting van de stichting in
een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde
in de leden 2 en 3 van het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige
toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artikel 13 – Ontbinding en vereffening
13.1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden.
Op het besluit tot ontbinding is het bepaalde in artikel 11, leden 2 en 3 zoveel
mogelijk van overeenkomstige toepassing.
13.2. Het bestuur stelt bij zijn besluit tot ontbinding de bestemming vast van een
eventueel batig saldo. Deze bestemming dient in overeenstemming te zijn met het
doel van de stichting.
13.3. De vereffening geschiedt door de bestuurders, tenzij bij het besluit tot ontbinding
een of meer andere vereffenaars zijn benoemd.

Slotverklaring
Tenslotte is door de oprichters verklaard:
1. Het aantal bestuurders is vastgesteld op zes.
Benoemd zijn tot bestuurder in de achter hun naam vermelde functie:
1. de heer TIMMERMANS, voornoemd, voorzitter;
2. mevrouw VAN GEMERT-KLIJN, voornoemd, secretaris;
3. de heer POUW, voornoemd, penningmeester;
4. de heer GENTENAAR, voornoemd, algemeen bestuurslid;
5. de heer PHIELIX, voornoemd, algemeen bestuurslid;
6. de heer ELEGEERT, voornoemd, algemeen bestuurslid.

(…)